Ik verblijf momenteel nog steeds bij Ward, in Saint-Antoine-de ficalba.
Mijn kamer lijkt hier op een dierentuin; ’s nachts lopen de muizen rakelings langs mijn bed. En lawaai dat ze maken! krsssjj krssjj. Ik dacht eerst dat het een of ander gevaarlijk dier was, maar toen ik het licht aanstak, zag ik twee muisjes die wegliepen naar de kast. Blijkbaar zijn het relmuizen. Dat zijn de herrieschoppers onder de muizen, ze kunnen behoorlijk wat lawaai maken!
Ondertussen zijn de muizen deel geworden van het decor. Ik heb er geen last van en Ward wil ze ook niet weg, dus ze blijven hier maar eventjes wonen.
Maar gisteren kwam er nog een inwoner bij. Ik doe mijn kamerdeur open. Ietsje naast de deur zie ik een een kleine slang.
Ik denk na: wat moet ik doen, over het beest stappen, of luid roepen naar Ward?
In mijn hoofd hoor ik iemand zeggen dat de kleinste slangen net de gevaarlijkste zijn.
Het onvoorspelbare van de slang maakt me bang: wat als hij zich plots opricht en me aanvalt?
Ik haal Google erbij en zie op de fotootjes dat het op een zwarte adder is, een schuwe maar giftige slang. Oei, deze kleine slang is wel degelijk gevaarlijk!
Ik besluit om er voorzichtig naast te stappen en om hulp te zoeken. Want stel dat die slang in mijn kamer komt, in mijn bed terechtkomt en…
Ik ga naar beneden en zeg aan Ward: ‘Er ligt een kleine slang naast mijn deur’,
‘De kleine zijn de gevaarlijkste,’ zegt Ward.
Hij gaat mee, bekijkt het beest en zegt dan al lachend: ‘Dat is geen slang, dat is een regenworm.’
‘Een regenworm?’ mompel ik.
‘Ja, hier in het Zuiden van Frankrijk is alles een beetje groter. De bijen, de dieren. En de wormen.’
‘Nog nooit heb ik zo’n grote regenworm gezien’, murmel ik, ‘zijn kop lijkt op die van een slang…’
Ward pakt het wormpje vast en zwiert hem naar buiten.
Wat ken ik nog weinig van de natuur, denk ik bij mezelf.
=========================
FR
Je suis actuellement toujours hébergé par Ward, à Saint-Antoine-de ficalba.
Ma chambre ressemble à un zoo ; la nuit, les souris passent devant mon lit. Et elles font du bruit ! krsssjj krssjj. J’ai d’abord cru qu’il s’agissait d’un animal dangereux, mais lorsque j’ai allumé la lumière, j’ai vu deux petites souris qui s’enfuyaient dans le placard. Apparemment, ce sont des souris émeutières. Ce sont les fauteurs de troubles parmi les souris, elles peuvent faire beaucoup de bruit !
Entre-temps, les souris font partie du décor. Elles ne me dérangent pas et Ward ne veut pas non plus qu’elles disparaissent, alors elles resteront ici pendant un certain temps.
Mais hier, un autre résident est arrivé. J’ouvre la porte de ma chambre. Légèrement à côté de la porte, j’aperçois un petit serpent.
Je me demande ce que je dois faire : enjamber la bête ou crier fort contre Ward ?
Dans ma tête, j’entends quelqu’un dire que les plus petits serpents sont les plus dangereux.
L’imprévisibilité du serpent m’effraie : et s’il se mettait soudain debout et m’attaquait ?
Je sors Google et je vois sur les photos qu’il s’agit d’une vipère noire, un serpent timide mais venimeux. Oy, ce petit serpent est vraiment dangereux !
Je décide de m’approcher prudemment et de demander de l’aide. Car supposons que ce serpent entre dans ma chambre, dans mon lit et….
Je descends et je dis à Ward : “Il y a un petit serpent à côté de ma porte”,
Les petits sont les plus dangereux”, dit Ward.
Il s’approche, regarde la bête et dit en riant : “Ce n’est pas un serpent, c’est un ver de terre”.
Un ver de terre ? murmure-je.
Oui, ici, dans le sud de la France, tout est un peu plus gros. Les abeilles, les animaux. Et les vers.
Je n’ai jamais vu un ver de terre aussi gros”, murmure-je, “sa tête ressemble à celle d’un serpent…
Ward saisit le petit ver et le balance.
Je me dis que je ne connais pas grand-chose à la nature.
No responses yet