Eergisteren vond de vuurdoop plaats: vertellen in het Frans voor een klein groepje mensen.
Er was aangekondigd dat het om vier uur ging beginnen, maar al snel kwam ik aanraking met enkele culturele verschillen: mensen staan hier niet op tijd. Ik ook niet, dus dat matcht wel.
De mensen sijpelden traagjes binnen. Om 16u40 kon ik eindelijk beginnen.
Ik had enkele korte verhalen in het Frans voorbereid.
‘Heb je stress?’ vroegen de mensen.
‘Neen, dat valt wel mee,’ zei ik.
Tja, ik had een uur voordien met de zijspiegel van mijn bus ergens tegengereden. In één klap verloor ik mijn stress voor het optreden. Het leek me plots allemaal zo relatief. Het is een effectieve manier om te relativeren, maar ik zou mensen nu ook niet echt aanraden om hetzelfde te doen.
( De spiegel hangt er nog altijd aan, met stevige plakband, maar ik zal voor de zekerheid nog eens langs de garage passeren.)
Om eventjes een (gerelateerd) zijsprongetje te nemen: veel dingen beginnen voor mij relatief te lijken.
Ik ontmoet mensen die reizen met paard en kar. Ik ontmoet mensen die nog veel minder financiële middelen hebben dan mij. Ik ontmoet mensen die op de rand staan van een faillisement. Ik ontmoet mensen die hetzelfde wilden doen als ik, maar het nooit gedurfd hebben, en zichzelf nu te oud vinden. Zoveel mensen, zoveel verhalen.
In vergelijking met veel mensen, heb ik niets, in vergelijking met anderen, ben ik schatrijk.
Terug naar het mini-optreden. Hoe is het verlopen? Enkele ideeën:
> mensen zingen graag mee. In Vlaanderen moet ik veel moeite doen om de mensen te laten meezingen. Hier vroegen de mensen net naar méér muziek.
Ik voel me nog steeds een beginneling met mijn gitaar. Ik hoop binnenkort iemand te vinden die me echt kan onderdompelen in de wereld van muziek en me kan begeleiden in het maken van mijn eigen liedjes. Ik heb op de vertelling iemand ontmoet die hier een professionele muziekstudio heeft. ‘Vraag eens of je daar iets kan opnemen’, zei Ward, ‘Een verhaal of jouw beginnend troubadourlied. Hij zal dat wel willen doen, zonder meer.’
Gratis: zoiets is voor mij nog moeilijk te begrijpen, maar de mensen doen hier heel voor niets.
> De verhalen waren zeker oké, maar zeer algemeen. Ik had me veel gefocust op de verstaanbaarheid en de juistheid van de woorden en minder op de inhoud. De volgende keer wil ik meer vertellen over culturele verschillen, over het troubadourschap en alternatieve economie, mijn levensstijl en kleine anekdotes.
De anekdotes/.. zou ik voorbereiden en (half) aflezen, zodat ik me niet moet bezighouden met de juistheid van de woorden. Later zal ik wel uit mijn hoofd kunnen vertellen.
Conclusie: het was geslaagd, en ik weet hoe ik verder kan!
Nog iets wat ik niet wist: Mijn artiestennaam is troubadour21. In Frankrijk staan de cijfertjes voor een departement. Departement 21 is de côte d’or. Ze denken dus dat ik van daar afkomstig ben.
Ik moet dus telkens opnieuw uitleggen dat 21 staat voor 21ste eeuw.
Nog een weetje: in deze regio doen de de mensen veel aan ruilhandel.
Volgende week zal ik wat touren in de omgeving, en over ruilhandel praten.
Ik ontmoette ook een jonge vrouw die een kunstcaféetje zal opendoen in Villeneuve. Volgende week ga ik naar de opening.
Wordt vervolgd.
X Troubadour
No responses yet